Onzekerheid – hoe werkt het? Wat kun je doen?
Echt iédereen die zich onzeker voelt is er van overtuigd dat hij/zij –de enige- is die dommer, onhandiger, verlegener, lelijker, zwakker, incompetenter, kwetsbaarder, trager enzovoorts is dan álle andere mensen die uiteraard ‘béter zijn dan jij’….
Die gedachte is bedreigend, want ieder gezond mens wil ‘erbij horen’ en zich fijn en ontspannen voelen naast en met anderen. Want we zijn alleen maar écht mens door de ontmoeting met elkaar.
Omdat je je door je onzekerheid bedreigd voelt, sta je in gezelschap van andere voortdurend op scherp. Je bent gespannen en bijna al je zintuigen zijn buiten jezelf gericht, gericht op de reacties van anderen in je omgeving. Je bent in feite bang om te falen en om (weer) afgewezen te worden, waardoor je in een isolement komt/blijft en je eenzaam voelt.
Door de stress die je ervaart, reageert je lichaam ‘vreemd’, wat je gevoel van zwakte en incompetentie verder versterkt.
Angst en stress
Om de angst, de stress en de (veronderstelde) dreiging op te vangen, trek je je terug ‘in je hoofd’. Je denkt zo controle te hebben, maar er verschijnen juist allerlei doemscenario’s en negatieve fantasieën in je gedachten. In al je gedachtespinsels probeer je te voorkomen ‘dat het mis gaat’.
Die maakt je nog meer nerveus en angstig. Je gaat zo in je psyche ‘op zolder zitten’, waardoor je helemaal niet meer kunt zien wat er nu écht gebeurt om je heen. Zo raak je los van je eigen werkelijkheid.
Samengevat: wanneer je (erg) onzeker bent ‘puil je uit’. Enerzijds gaat je aandacht overmatig naar je omgeving, naar alles buiten jou. Je bent voortdurend ‘aan het scannen’. Aan de andere kant komt je aandacht te veel ‘in je hoofd’ terecht, waar voornamelijk negatieve fantasieën wonen die je aandacht gevangen houden.
Beide reacties zorgen ervoor dat je los komt van jouw kern, waarin juist alles zit wat je nodig hebt om te functioneren. Je vervreemd van degene die je in jouw leven het meeste nodig hebt: jouzelf. Bovendien raak je verstard en loopt je energie leeg. Dat is het tegendeel van wat ieder mens juist zo nodig heeft: speelgedrag, bewegelijkheid, levensmoed en experimenteren met het leven.
De vragen
De vragen zijn daarom:
– hoe kom je weer op een natuurlijke manier in contact met –jou-? Want dat spiegelt zich in een natuurlijke omgang met je medemensen.
– hoe kom je (weer) in een beweging? Liefst een speelse manier van beweging, waarin je lekker uit kunt proberen en jezelf en jouw kunnen veilig kunt toetsen/gebruiken.
Tips
Een paar kern-tips:
– Zorg dat je zoveel mogelijk een ‘doe-modus’ voor jezelf ontwikkelt. Maak een lijstje voor jezelf van de dingen in je leven die je gewoonweg kunt doen zonder dat je er van tevoren over na hoeft te denken.
Wat vooral helpt zijn de dingen waarbij je ook fysiek in beweging komt, zoals je kamer stofzuigen, je huis opruimen, eten koken, een wandeling maken of een rondje fietsen, sporten etc.. Deze activiteiten gebruik je dagelijks om te oefenen ‘om te doen wat je doet’, zonder ‘in je hoofd te zitten’. Hier doe je jezelf en je lijf een groot plezier mee.
– Maak vervolgens een lijstje dan doe-dingen waar je andere mensen bij tegenkomt. Dit zijn de doe-dingen die je nét iets spannender vindt, maar die nog goed te doen zijn. Je moet zeker weten dat het lukt als je ze doet. Hiervan doe je er dagelijks één of twee. Geef jezelf de opdracht om van tevoren er niet/zo min mogelijk over na te denken. Je duikt als er als het ware gewoonweg zo spontaan mogelijk in.
– Het laatste lijstje wat je maakt is ‘een wenslijstje’. Probeer een stuk of 7-10 spannende dingen te vinden die je toch heel graag wilt doen. Denk aan een vriend/vriendin vragen om samen naar de film te gaan, of zelf een glas bier bestellen in een hip café, je favoriete winkel alleen binnenlopen, of misschien als meest spannend iets: iemand benaderen voor een date.
In dit lijstje zet je de minst spannende actie onderaan, dan komt het doe-ding wat iets spannender is enzovoorts, tot je meest spannende, meest gewenste doe-ding.
Je mag elk doe-ding meerdere keren doen, totdat je voelt dat je klaar bent voor de volgende, hogere uitdaging. Van dit lijstje doe je elke week iets. Mag ook meer, maar nooit meer dan je aan kunt. De slagingskans moet groot genoeg zijn! Dat geeft immers ‘de burger weer moed’.
Weer in contact met wat je lijf
Door op deze manier bezig te gaan met jouzelf kom je weer in contact met jou en met je lijf, met de dingen die je doet. Je kunt experimenteren met – zo min mogelijk- vooraf denken wanneer je iets gaat doen. Dus vermijden om ‘in je hoofd’ te komen, maar met je aandacht bij je actie en bij je lijf te blijven. Als je goed voor je lijf zorgt, dan zorgt je lijf hierin (meestal!) goed voor jou.
Doordat alles een experiment is, mag het ook een keer ‘mis’ gaan. Maar probeer dat laatste te vermijden. Iedereen krijgt juist moed als het lukt. En dat is precies wat ieder onzeker, wat ieder angstig mens nodig heeft (en dat zijn er véle!!): het opbouwen van moed, het terugvinden van spontaniteit en speelsheid. Je verlaat dan ‘de zolder’ in je hoofd en je komt terug in jouw eigen leven. Dat is de plek waar ieder mens thuishoort, náást de anderen.
Als je er alleen niet uit komt, wat helemaal niet raar is, dan kan ik je verder helpen.
Heb je nog vragen of wil je een afspraak maken? Neem dan gerust even contact met mij op.
Guido Smeding
Geregistreerd bij de NVPA, NVAGP en RBCZ
10 tips bij onzekerheid